Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De sprinkhanen hebben geen koning; nochtans gaan zij allen uit, [75]zich verdelende [in hopen]. 75. Dat is, gelijk in slagorde te velde trekkende, opdat zij, hunne benden en kracht bijeenhoudende, te vreeslijker zijn zouden en van hunne weide niet afgedreven worden. Anders: tezamen vergaderd, of ineen verzameld; of zij gaan alle schietende, uit, of alle [gelijk] een pijl, of alles doorsnijdende; dat is vermalende, afetende.